Home / Nieuws, Trends & Actualiteiten / ABU NBBU / Aanpassing in ABU en NBBU cao voor uitzendkrachten na uitspraak Hoge Raad

Aanpassing in ABU en NBBU cao voor uitzendkrachten na uitspraak Hoge Raad

ABU en NBBU cao

NBBU en ABU hebben in overeenstemming met de bonden enkele wijzigingen aangebracht in de cao voor Uitzendkrachten. Het gaat om wijzigingen in 2 artikelen. Naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad van 17 maart 2023 was dit noodzakelijk.

Wijzigingen ABU en NBBU cao

De volgende 2 wijzigingen zijn doorgevoerd:

Artikel 15

Het huidige artikel 15 lid1 sub b dat geldend is tot 1 juli 2023 wijzigt naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Solutions. Door de Hoge Raad is bepaald dat de fictie dat de uitzendovereenkomst automatisch eindigt in geval van arbeidsongeschiktheid nietig is. Dit betekent dat de volgende delen uit artikel 15 lid 1 worden geschrapt en dat er geen enkele fictie meer mogelijk is in geval van arbeidsongeschiktheid bij de uitzendkracht.

Artikel 15 luidt met ingang van 17 maart 2023 als volgt:

Artikel 15 Einde van de uitzendovereenkomst

Einde van de uitzendovereenkomst met uitzendbeding

1.       De uitzendovereenkomst met uitzendbeding eindigt:

  • a.  van rechtswege doordat de opdrachtgever om welke reden dan ook de uitzendkracht niet langer wil of kan inlenen, of,
  • b.  doordat de uitzendkracht om welke reden dan ook de bedongen arbeid niet langer wil verrichten.   

Artikel 25

In dit artikel werd tot 17 maart 2023 verwezen naar het oude artikel 15. Waardoor dit artikel ook moest worden aangepast.

Daarnaast is in dit artikel opgenomen dat als de uitzendovereenkomst niet van rechtswege eindigt bij arbeidsongeschiktheid, dat de uitzendkracht recht op loondoorbetaling heeft. Dit stond eerder in de toelichting onder artikel 25. Dit wordt per 17 maart 2023 in het artikel zelf opgenomen. De toelichting verdwijnt dan ook per 17 maart 2023.

Artikel 25 lid 2 luidt met ingang van 17 maart 2023 als volgt:

Met ingang van 17 maart wijzigt lid 2 als volgt:

2.    Als de uitzendovereenkomst met uitzendbeding bij het intreden van arbeidsongeschiktheid op verzoek van de opdrachtgever eindigt of de uitzendkracht arbeidsongeschikt uit dienst gaat op de overeengekomen einddatum van de uitzendovereenkomst, dan vult de uitzendonderneming als de uitzendkracht recht heeft op een ziektewetuitkering, deze uitkering:

gedurende de eerste 52 weken van arbeidsongeschiktheid aan tot 90% van het op basis van het dagloonbesluit werknemersverzekering vastgestelde uitkeringsdagloon*;

gedurende de 53ste t/m de 104e week van arbeidsongeschiktheid aan tot 80% van het op basis van het dagloonbesluit werknemersverzekering vastgestelde uitkeringsdagloon.

Als de uitzendovereenkomst niet van rechtswege eindigt bij arbeidsongeschiktheid, dan heeft de uitzendkracht recht op loondoorbetaling op grond van lid 6 van dit artikel.

Bron: NBBU.nl, ABU.nl

Plaats een bericht