Home / Nieuws, Trends & Actualiteiten / Algemeen / ZZP special: Deel 4 De opvolger van de Wet DBA

ZZP special: Deel 4 De opvolger van de Wet DBA

ZZP special 4 - De opvolger van de Wet DBA

In het vorige deel van deze serie hebben wij het gebruik van de buitenlandse zzp’er behandeld. We konden daarbij vaststellen dat er extra aandacht nodig is voor het borgen van de zelfstandigheid. In deze laatste bijdrage wordt ingegaan op de opvolger van de Wet DBA en het perspectief van het inzetten van zzp’ers vanaf 2021. We zien daarbij dat de beoogde toepassing van de webmodule, een online vragenlijst voor opdrachtgevers, en de daaraan gekoppelde opdrachtgeversverklaring de opdrachtgevers dwingt om meerdere indicatoren omtrent afwezigheid van een gezagsverhouding en kenmerken van zelfstandigheid te beoordelen.

Van VAR naar webmodule

Zoals we eerder zagen moet het fiscale ondernemerschap op meerdere specifieke ondernemerskenmerken worden beoordeeld, allen in hun onderlinge samenhang. Er moet sprake zijn van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid, debiteuren-, aansprakelijkheids- en arbeidsongeschiktheidsrisico. Ook van het hebben van meerdere opdrachtgevers. Daarnaast zijn er tal van andere typische ondernemerskenmerken, zoals een KvK-registratie en website. Belangrijk is voorts dat de werkzaamheden ook daadwerkelijk zelfstandig door de ondernemer worden verricht en niet onder werkgeversgezag.

Voor de invoering van de Wet DBA maakte de opdrachtgever op basis van de door de zelfstandige geschetste feiten en omstandigheden de afweging of sprake was van een zelfstandige. De VAR werd afgegeven indien aan de voorwaarden werd voldaan. De opdrachtgever mocht hier te allen tijde op afgaan, tenzij er sprake was van te kwader trouw. Naar het oordeel van de wetgever werd hiermee te eenzijdig de verantwoordelijkheid en risico’s bij de zelfstandige neergelegd. Daarnaast ontbraken voldoende mogelijkheden voor handhaving. Dat dit anders moest is nog te begrijpen. Het rücksichloss afschaffen van de VAR is minder logisch bij gebrek aan alternatief.

Introductie modelovereenkomst

Uiteindelijk is met de Wet DBA de door de belastingdienst beoordeelde modelovereenkomst geïntroduceerd. Hierbij was het rechtsgevolg dat inhouding en afdracht van loonheffingen achterwege kan blijven mits de daadwerkelijke uitvoering van de werkzaamheden in één lijn ligt met de vastgestelde modelovereenkomst. Doel van de Wet DBA is om schijnzelfstandigheid te bestrijden en dit de verantwoordelijkheid te laten zijn voor de opdrachtgever.

De Wet DBA heeft echter niet de benodigde duidelijkheid en rust gebracht. Het handhavingsbeleid is onduidelijk en de overeenkomsten laten nog veel ruimte voor interpretatieschillen. Het gevolg is dat er meer onzekerheid bij opdrachtgevers is met betrekking tot het inhuren van zelfstandigen. De praktijk, met al zijn specifieke omstandigheden per branche en beroepsgroep, blijkt moeilijk in modelovereenkomsten te vatten en eenduidig te handhaven.. Het was misschien beter geweest om de onvolkomenheden van de VAR aan te pakken dan dit systeem zondermeer aan de kant te zetten.

Webmodule en de opdrachtgeversverklaring

Bij het voornemen om de Wet DBA te vervangen is een systeem voorgesteld waarbij een soort drie schijvenstelsel zou ontstaan. Aan de onderkant, op basis van een uurtarief tot € 16, zou er bij wijze van fictie altijd een dienstbetrekking aanwezig zijn. Aan de bovenkant, bij een uurtarief van minimaal € 75, zou een opting-out mogelijkheid bestaan om bij overeenkomsten tot 12 maanden te opteren voor de afwezigheid van inhoudingsplicht. En daartussen kan worden gewerkt met een webmodule. Het werken met een fictieve dienstbetrekking op basis van uurtarief, alsmede een minimumtarief voor zelfstandigen, bleek evenwel niet goed uitvoerbaar. In plaats daarvan wordt nu ingezet op het invoeren van een webmodule voor alle situaties.

De webmodule is een instrument om opdrachtgevers duidelijkheid te geven over de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Daarnaast om te achterhalen of afdracht van loonheffingen en werknemersverzekeringen nodig is. De module is niet meer dan een online standaard vragenlijst die opdrachtgevers duidelijk maakt of een zzp’er voor de opdracht kan worden ingehuurd. In dit geval zal de zogenaamde opdrachtgeversverklaring afgegeven. Deze opdrachtgeversverklaring zou de door de belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten moeten vervangen.

Uitkomstmogelijkheden bij webmodule

Worden de vragen in de webmodule ingevuld dan zijn de drie mogelijke uitkomsten:

  1. De opdracht kan buiten dienstbetrekking worden verricht, bijvoorbeeld door een zzp’er (opdrachtgeversverklaring, er mag worden aangenomen dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en inhouding en afdracht loonheffingen).
  2. Indicatie dienstbetrekking: er zijn sterke aanwijzingen dat er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking (optie voor inhouding en afdracht van loonheffingen, de arbeidsverhouding dient nader beoordeeld te worden).
  3. Geen oordeel mogelijk. Op grond van de antwoorden is niet duidelijk of er sprake is van werken buiten of in dienstbetrekking.

Bij alle uitkomsten moeten de antwoorden op alle vragen correct zijn en de feitelijke werkzaamheden overeenkomen met de gegeven antwoorden.

Inmiddels is de webmodule als pilot online en kan iedere opdrachtgever gebruik maken van de webmodule. Let op! aan de uitkomsten van de webmodule kunt u geen rechten ontlenen. Dit betekent dat de uitkomst in de pilotfase geen enkele vorm van zekerheid biedt. De pilot is eigenlijk een vorm van voorlichting over de wijze waarop de relatie met de professional gekwalificeerd wordt. Als werknemer of zzp’er.  In de zomer van 2021 zal de evaluatie van de webmodule plaatsvinden.

Toekomst webmodule

Er is inmiddels enige kritiek op de webmodule. Het zou prima werken voor standaard casussen, waar naar alle waarschijnlijkheid geen discussies over ontstaan. Is sprake van een meer bijzondere casus dan biedt de webmodule volgens experts onvoldoende duidelijkheid en zal een andere module of wet- en regelgeving uitkomst moeten bieden. Dit is ook het oordeel van de Raad van State in haar advies van 26 juni 2014 (W06.14.0184/III). De grens tussen zelfstandige arbeid en werknemerschap is soms klein. Hierin is een afweging van feiten en omstandigheden in het individuele geval doorslaggevend. De Raad van State betwijfelt of de webmodule voldoende invulling geeft aan individuele gevallen.

Bij het bekijken van de vragenlijst bekeken (klik hier voor de vragenlijst) is de conclusie dat de vragen met name gericht zijn op een dienstbetrekking. Dit maakt de uitkomst eenzijdig. De Vereniging Zelfstandigen Nederland vindt de webmodule bijvoorbeeld niet voldoende uitgebalanceerd en noemt het een “optelsom richting loondienst”.  En dan is er nog de uitspraak van de Hoge Raad van 6 november jl. die van invloed kan zijn op de (werking van) de webmodule. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de bedoeling van partijen geen rol speelt maar dat van belang is wat partijen hebben afgesproken en of deze afspraken leiden tot een dienstbetrekking. De situatie op de werkvloer is hierbij leidend.

Handhaving belastingdienst

Feitelijk neemt de webmodule de plaats in van de beoordeelde modelovereenkomst, ten minste waar de uitkomst de opdrachtgeversverklaring betreft. Voor het overige zal de belastingdienst kunnen controleren en toetsen op de aanwezigheid van een (fictieve) dienstbetrekking. In dat kader blijft het vastleggen van de overeenkomst van opdracht belangrijk en de beoordeelde modelovereenkomsten relevant. Eerder hebben wij het handhavingsmoratorium besproken. Hier is sprake van afgebouw met controle in bepaalde sectoren met specifieke controles. Daarnaast blijft gelden dat bij controles en boekenonderzoeken de inzet van derden aan controle onderhevig is. Met name bij zogeheten ‘kwaadwillenden’ blijft men handhaven. U moet zich hierbij er overigens van bewust zijn dat hieronder, naast het opzettelijk of verwijtbaar laten ontstaan van een situatie van evidente schijnzelfstandigheid, ook worden verstaan de opdrachtgevers die niet aanwijzingen van de belastingdienst opvolgen.

De inzet van de webmodule en het handhavingsbeleid blijft afhankelijk van ontwikkelingen in rechtspraak en politiek. Uiteraard blijven wij dit volgen en houden u op de hoogte van alle relevante ontwikkelingen.

Plaats een bericht