Autokostenforfait hoort echt bij het loon
De forfaitaire bijtelling (autokostenforfait) op het loon van werknemers met een auto van de zaak is niet alleen fiscaal gezien loon in natura. Uit een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland blijkt dat het autokostenforfait en de vergoedingen die daarop gebaseerd zijn ook het civiele loon beïnvloed.
Wanneer een werknemer een auto van de zaak ter beschikking gesteld krijgt, die hij ook kan gebruiken voor privéritten, dan moet de werkgever in principe het loon van de werknemer verhogen met de fiscale bijtelling auto van de zaak.
Voor de loonbelasting telt woon-werkverkeer als zakelijk gebruik. Hoe hoog de bijtelling is hangt af van de berekening. Er zijn 3 verschillende berekeningen op dit moment (oude regelingen die nog benut mogen worden buiten beschouwing gelaten):
- 4% van de cataloguswaarde inclusief BPM van de auto als uit het kentekenbewijs blijkt dat de auto van de zaak een CO2-uitstoot van nihil heeft;
- 35% van de waarde in het economisch verkeer van de auto als deze meer dan vijftien jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen;
- 22% van de cataloguswaarde inclusief BPM van de auto in andere gevallen. Tenzij er een overgangsrecht van toepassing is.
Overgangsrecht
Tot 1 januari 2017 waren er verschillende bijtellingspercentages. Afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto, mocht men een bepaald percentage toepassen. Zowel de bijtellingspercentages als de CO-2 uitstootgrenzen werden jaarlijks aangepast. De aanpassing werkt niet direct door. Na de eerste aanpassing die plaatsvindt na de eerste toelating van de auto moet men gedurende een periode van zestig maanden de oude percentages en grenzen toepassen. Deze zestigmaandstermijn gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de eerste toelating. Dit overgangsrecht betekent ook dat in veel gevallen voor gewone auto’s die al vóór 1 januari 2018 voor het eerst zijn toegelaten nog geruime tijd het bijtellingspercentage van 25% geldt.
Bijtelling en gebruikelijk loon DGA
Voor de DGA kan een bijtelling soms handig zijn. Voor een DGA geldt een minimum gebruikelijk loon van € 45.000 per jaar.
Het autokostenforfait kan hierbij op worden geteld. Stel bijvoorbeeld dat de B.V. een auto van de zaak ter beschikking stelt aan haar DGA en deze rijdt hiermee meer dan 500 privékilometers per jaar dan moet er bijtelling op het loon plaats vinden.
De auto heeft bijvoorbeeld een waarde inclusief BPM van € 50.000. Op grond van het overgangsrecht moet de B.V. een bijtelling op het loon van de DGA toepassen van € 50.000 x 25% = € 12.500. Daarnaast moet de DGA nog loon ontvangen. Een DGA heeft over algemeen het liefst een zo laag mogelijk salaris zodat er meer geld in de B.V. blijft. Het minimum is € 45.000. Nu de B.V. al een autokostenforfait optelt bij het loon van haar DGA, hoeft zij nog maar een brutoloon toe te kennen van € 45.000 -/- € 12.500 = € 32.500.
Gevolgen voor Civielrechtelijke vergoedingen
Uit een recente zaak voor Rechtbank Midden-Nederland blijkt dat een autokostenforfait ook onderdeel uitmaakt van het civiele loonbegrip. Een directielid van een overgenomen bedrijf had een auto van de zaak. Hij meende dat door de overname de omstandigheden zo waren gewijzigd dat van hem niet viel te verwachten dat hij zijn dienstbetrekking zou voortzetten.
Op zijn verzoek ontbond de kantonrechter zijn arbeidsovereenkomst. Ook kende de kantonrechter de man een loongerelateerde schadevergoeding toe. De werkgever meende dat het autokostenforfait niet tot het loon behoorde, omdat de man dit niet kreeg uitbetaald. Maar de rechter oordeelde dat het privégebruik van de auto fiscaal wordt behandeld als loon waarover de fiscus belasting heft. De werkgever moet daartoe een fictief bedrag optellen bij het maandelijkse loon. De fiscale bijtelling beïnvloedt dus het nettoloon. De kantonrechter oordeelt dat autokostenforfait daarom is aan te merken als loon in natura en moet worden meegenomen in de schadevergoeding.
Door deze uitspraak telt het autokostenforfait mee voor schadevergoedingen.
Plaats een bericht