Nieuw bekend: SV-premies en kostprijsfactoren voor 2021
Nieuw bekend: SV-premies en kostprijsfactoren voor 2021
Hierbij het overzicht opgesteld door Marcel Reijmers die ieder jaar een mooi overzicht maakt van de diverse variabelen in de kostprijs voor 2021 voor zover die (voorlopig) bekend zijn gemaakt voor volgend jaar. Zie geheel onderaan voor bronvermelding en de updates voor cijfers die op dit moment nog niet bekend zijn.
Fonds |
Verzekering |
Percentage |
Opmerking | |
2021 |
2020 | |||
Aof | WAO, WGA, IVA, Kinderopvang | 7,03% + 0,5% | 6,77% +0,5% | Geldt voor alle fases en premiegroepen, inclusief 0,5% premie kinderopvang. |
Aok | WAO 1e 5 jaar | 0,00% | 0,00% | Geldt voor alle fases en premiegroepen. |
AZW | Aanvulling uitkering UWV 1e ziektejaar premiegroep I
Aanvulling uitkering UWV 1e ziektejaar premiegroep II | (wg nnb, wn max 0,58%)
Het verschil tussen ABU en NBBU verdwijnt in 2021 (wg nnb, wn max 1,33%) Het verschil tussen ABU en NBBU verdwijnt in 2021. | ABU 1,65% (wg 1,07%, wn max 0,58%)
NBBU 1,65% (wg 0.91%, wn max 0,74%) ABU 2,80% (wg 1,37%, wn max 1,33%) NBBU 2,80% (wg 1,37%, wn max 1,43%) | Aanvulling van 20% tot 90% van het dagloon bovenop de 70% ZW-uitkering. De genoemde premie is de totale premie voor wg en wn. Een deel mag worden doorberekend aan de wn. Premie is een gemiddelde voor de AZW-verzekerde bedrijven, anders eigen inschatting maken. |
AWF | WW, werkgeversaandeel | 2,70% voor contracten voor OT die geen oproepcontract zijn en 7,70% voor alle andere contracten. | 2,94% voor contracten voor OT die geen oproepcontract zijn en 7,94% voor alle andere contracten | Geldt voor alle fases en premiegroepen. |
Whk vanaf 2014 | Publieke stelsel: ZW-FlexWGA | 5,32% (kleine wg) 0,14% – 9,31% (grote wg)1,62% (kleine wg) 0,19% – 3,12% (grote wg) | 5,73% (kleine wg) 0,13% – 10,02% (grote wg)1,58% (kleine wg) 0,19% – 3,04% (grote wg) | Geldt voor alle fases en premiegroepen. De premie voor middelgrote wg is een glijdende schaal van sectorbepaald naar individueel. |
Whk vanaf 2014 | Eigenrisicodragers:
ZW-Flex WGA-vast | Voorziening of premie verzekeraar
Voorziening of premie verzekeraar | WGA-flex tot en met 2016 per definitie publieke stelsel. | |
ZvF | Zorgverzekeringswet | 7,00% | 6,70% | Geldt voor alle fases en premiegroepen. |
Reserveringen
De reserveringen binnen de CAO van de ABU en NBBU zijn voor 2021 als volgt berekend:
Voorziening |
2019 |
2020 |
Opmerking |
Sociaal Fonds | 0,2% | ABU 0,2% NBBU 0,1% | Officieel is de premie 0,2%. In de praktijk is hij lager. Dit besluit is voor 2020 door de ABU nog niet gepubliceerd, daarom hanteren wij de officiële premie. De NBBU heeft 0,1% doorgegeven voor de leden. |
Scholing | 1,02% | 1,02% | ABU: alleen kandidaten in fase A NBBU: alleen de eerste 78 weken |
Leegloop | Dit percentage dient u zelf te bepalen | ||
Ziekte | Dit percentage dient u zelf te bepalen |
Ook in 2021 zijn er diverse risico’s bij waar u als uitlener rekening mee moet houden, zoals kosten voor het verschuiven en afzeggen van roosters binnen 4 dagen voor aanvang bij oproepcontracten; leegloop in fase A/1/2 als het géén oproepcontracten (meer) zijn en de kosten van het geboorteverlof. Dit laatste moet in alle gevallen worden doorbetaald door de werkgever, ook bij contracten met uitzendbeding. Daar geldt een individuele reservering van 0,6%, maar dat zal nooit voldoende zijn om 5 dagen door te kunnen betalen.
Wachtdagcompensatie
2019 |
2020 |
Opmerking | |
Premiegroep I | 0,71% | 0,71% | Geldt voor contracten met uitzendbeding uit de ABU CAO (AVV verklaard) Geldt voor alle fasen van de NBBU |
Premiegroep II | 1,16% | 1,16% | Geldt voor contracten met uitzendbeding uit de ABU CAO (AVV verklaard) Geldt voor alle fasen van de NBBU |
Pensioenpremies
Het premiepercentage wordt jaarlijks door het bestuur van het pensioenfonds vastgesteld en kan dus ieder jaar wijzigen. De kans dat dat voor 2021 gebeurt, achten wij heel klein. De uurfranchise voor het pluspensioen en het maximum pensioengevend uurloon worden vaak pas eind december bekend gemaakt door StiPP, maar zullen vast stijgen.
Totaal over grondslag |
Werkgeversdeel |
Werknemersdeel | |
Premie Basisregeling | 2,6% | 2,6% | 0.0% |
Premie Plusregeling | 12,0% | 8,0% | 4,0% |
Franchise Plusregeling | n.n.b. | n.v.t. | n.v.t. |
Max. pensioengevend uurloon | n.n.b. |
Transitievergoeding
Voor 2020 hebben wij geadviseerd de volledige 2,78% voor de transitievergoeding in de kostprijs op te nemen. Ten eerste, omdat werkgevers met terugwerkende kracht ook aan de bestaande populatie transitievergoeding moesten betalen als werknemers geen nieuw contract krijgen en zij daar waarschijnlijk onvoldoende rekening mee hadden gehouden. Ten tweede zouden er meer verzoeken binnenkomen van ex-werknemers om de vergoeding te betalen en ten derde, omdat het voor uitleners bijna niet mogelijk zal zijn de kosten te verhalen op de toevallige opdrachtgever waar de werknemer als laatste heeft gewerkt. Het is dan in mijn ogen fair om alle opdrachtgevers naar rato van het aantal gewerkte uren hun aandeel te laten betalen. In de praktijk merkten we dat opdrachtgevers dit accepteerden.
Voor 2021 gelden die argumenten grotendeels nog steeds, maar is er natuurlijk wel een beter zicht op de werkelijke kosten. Het is in ieder geval verstandig serieus naar het percentage te kijken dat wordt opgenomen in de transitievergoeding.
Overige kosten
Hierboven staan de onderdelen van de kostprijs die min of meer vastliggen. Daarbovenop berekent u natuurlijk een marge om tot uw tarief te komen. Daarbij houdt u rekening met uw eigen kostenstructuur die vooral wordt bepaald door uw personeelskosten, huisvesting, marketing, enzovoort. Daarnaast heeft u minder zichtbare kosten, zoals die voor lidmaatschap van de branche- en andere organisaties, abonnementen op tijdschriften en websites, et cetera. Deze moeten uiteraard ook worden terugverdiend.
Onderstaande heeft strikt genomen geen betrekking op de kostprijs, maar maakt het beeld wel compleet.
Uurvergoedingen
- De minimumlonen per 1 januari 2021 zijn nog niet bekend.
Reserveringspercentages 2021
In 2021 zullen de volgende reserveringsprecentages gaan gelden voor uitzendkrachten die onder de CAO van de ABU of NBBU vallen. Deze percentages zijn terug te vinden in bijlage I van de cao.
Vakantiedagen
Sinds 2020 is er geen verschil meer in de reserveringspercentages in de cao’s van ABU en NBBU. Door de harmonisatie van de twee cao’s hebben beide vanaf volgend jaar 25 vakantiedagen. Het aantal werkbare dagen in 2021 is 231 (261 -/- het aantal vakantiedagen uit de cao -/- het aantal officiële feestdagen uit de cao).
De reserveringspercentages worden als volgt berekend:
Het aantal vakantiedagen
Het aantal werkbare dagen
ABU/NBBU
Reguliere uitzendkrachten | 25 vakantiedagen | 10,82% |
Vakantiekrachten | 20 vakantiedagen | 8,30% |
Als de reservering wordt gesplitst in wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen, gelden de volgende percentages:
Reguliere uitzendkrachten | 20 wettelijke vakantiedagen | 8,66% |
5 bovenwettelijke vakantiedagen | 2,16% |
Feestdagen
Het aantal werkbare dagen in 2021 is 231 (261 -/- het aantal vakantiedagen uit de cao -/- het aantal officiële feestdagen uit de CAO). Er zijn in 2021 maar 5 feestdagen die op een doordeweekse dag vallen.
De reserveringspercentages worden dan als volgt berekend:
Het aantal feestdagen
Het aantal werkbare dagen
ABU/NBBU
Reguliere uitzendkrachten | 5 | 2,16% |
Vakantiekrachten | geen recht op feestvergoeding | 0,00% |
Payrolling
Uit te rekenen m.b.v. de definitie voor het aantal werkbare dagen en bovenstaande formule.
Kort verzuim/bijzonder verlof
Dit percentage zal in 2021 officieel niet veranderen, maar houdt er rekening mee dat er in alle typen uitzendovereenkomsten een doorbetalingsverplichting geldt voor het geboorteverlof van 5 dagen. Dit is niet eerder in kostprijsmodellen opgenomen geweest en is ook niet in dit percentage verwerkt. De uitlener zal zelf een inschatting van de kosten hiervoor moeten maken.
ABU/NBBU
Reguliere uitzendkrachten | 0,60% |
Vakantiekrachten | geen recht op deze reservering |
Vakantiebijslag
Dit is voor alle werknemers die vallen onder de (algemeen verbindend verklaarde) CAO ABU of NBBU en is sinds 2020 gestegen van 8% naar 8,33% van het loon. De grondslag is uitgebreid met de in tijd gereserveerde compensatie-uren (CAO artikel 18):
De uitzendkracht heeft recht op 8,33% vakantiebijslag van het feitelijk loon over:
- de gewerkte dagen
- vakantiedagen
- feestdagen
- dagen waarop de uitzendkracht arbeidsongeschikt is
- compensatie-uren en
- de uren waarover de uitzendkracht bij wegvallen arbeid op grond van artikel 22 in de cao recht heeft op loondoorbetaling
Payrollwerknemers
De werknemers hebben recht op vakantiebijslag van gelijke hoogte en gebaseerd op dezelfde grondslag als de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de opdrachtgever. Het percentage zal meestal 8% zijn, maar dat hoeft dus niet.
Bron: Flexnieuws Premies 2021
Elke maand schrijven wij actuele nieuwsartikelen. Bent u benieuwd waarover wij nog meer schrijven? Bekijk dan hier onze nieuwsartikelen. Wilt u graag onze maandelijkse nieuwsbrief ontvangen, stuur dan een mail naar contact@cicero.nl.
Relevante artikelen
Uitzenders en Belastingdienst ondertekenen vernieuwd ET-convenant
De ABU en NBBU hebben in week 25 een vernieuwd ET-convenant met de Belastingdienst ondertekend. In dit convenant spreken partijen af hoe de bewijslast
Nieuwe CAO voor uitzendkrachten voor leden van de ABU en de NBBU
De vakbonden FNV/CNV Vakmensen/De Unie en de brancheorganisaties ABU en NBBU hebben een akkoord bereikt over de nieuwe CAO voor Uitzendkrachten voor 2024.Deze nieuwe
Duurzame inzetbaarheid en de administratieve verwerking
Bij het uitvoeren van ABU- en NBBU-controles is er ook een controlepunt met betrekking tot duurzame inzetbaarheid. We merken bij de controles dat ondernemers
Plaats een bericht