Home / Nieuws, Trends & Actualiteiten / Voor u gelezen / “Er ontbreekt een plan B voor de WTTA”

“Er ontbreekt een plan B voor de WTTA”

In de aanloop naar het Kamerdebat over de WTTA doet Patrick Tom van Bureau Cicero een dwingende oproep. “Mocht het wetsvoorstel niet doorgaan, laten we dan het kind niet met het badwater weggooien.”

“Onderaan de streep is de WTTA een goede wet”, vindt Patrick Tom van Bureau Cicero, een van de controlerende instanties die straks deel zal uitmaken van het nieuwe toelatingsstelsel. Dat wil zeggen: áls de nieuwe wet – voluit wet Toelating Terbeschikkingstelling van Arbeidskrachten (WTTA) – er komt. Morgen behandelt de Tweede Kamer het wetsvoorstel. 

De WTTA behelst een toelatingsstelsel voor uitzendbureaus, detacheerders en andere bedrijven die arbeidskrachten uitlenen. Doel van de wet is het tegengaan van misstanden zoals onderbetaling, slechte huisvesting en belastingontduiking. Onder het nieuwe stelsel mogen uitleners alleen de markt op als zij toegelaten zijn. Er komen periodieke inspecties op het ‘verplichte normenkader’ door private instellingen, zoals Bureau Cicero. Het normenkader is een uitgebreide variant van het SNA-keurmerk waaraan uitzendbureaus zich nu nog vrijwillig onderwerpen. 

De behandeling van de wet werd al twee keer uitgesteld. De tweede keer was dat, omdat er nog geen overheidsinstantie was gevonden die de certificering kon uitvoeren. Die is er nu wel in de vorm van een nieuwe eenheid binnen het ministerie van SWZ. Die eenheid gaat bepalen of uitzendbureaus worden toegelaten tot de markt voordat ze personeel uitlenen. 

Kritische geluiden

Dat de wet er komt, is nog geen gelopen race. Er klonken kritische geluiden. Dat je met het stelsel de goeden opzadelt met een hoop administratie en de echte criminelen niet pakt. “Als alles buiten de boeken om gaat, zien wij dat als private partij niet”, zegt Tom. “De echte criminelen zijn voor de Arbeidsinspectie. De effectiviteit van het stelsel zit in de samenwerking tussen privaatrechtelijke inspectie-instellingen zoals wij en een sterk handhavingsteam.”

Een ander kritiekpunt zijn de kosten die uitleners moeten maken onder het toelatingsstelsel. Behalve de waarborgsom – waar bedrijven die al langere tijd het SNA-keurmerk hebben, overigens van kunnen worden uitgezonderd – zijn dat de kosten voor controles door inspectie-instellingen en de kosten van de toelatende instantie. Uitleners betalen voor die kosten, afhankelijk van hun bedrijfsgrootte; inleners betalen op haar beurt dan weer mee via de kostprijs van de uitlener. 

“Het hele stuk compliance goed inregelen kost linksom of rechtsom gewoon geld”, zegt Tom. “Ter relativering: voor een gezond bedrijf is het een alleszins redelijk op te brengen bedrag voor een licence to operate. Vooral voor kleine partijen met krappe marges zal de toelating een moeilijk verhaal worden. Zij zullen eerder geneigd zijn in zee te gaan met een back-office dienstverlener, zodat zij buiten het toelatingsstelsel vallen. Maar een back-office partij kost ook geld.”

Goede punten

Patrick Tom hoopt dat de wet er komt. Ondanks kritische geluiden uit de markt, zitten er een hoop positieve punten aan het toelatingsstelsel, benadrukt hij. In gesprekken met uitzenders hoort hij overwegend positieve geluiden. Het kost tijd en moeite, maar het brengt ook veel: een gelijk speelveld en terugdringen van malafiditeit uit hun sector. 

Van de 15.000 uitzenders en detacheerders die straks toegelaten zullen worden, hebben er vierduizend nu al het SNA-keurmerk. De andere 11.000 duizend zijn niet in beeld. ”Stel dat de helft zich aanmeldt voor het stelsel, dan zijn deze in beeld. Dan gaan duizenden bedrijven op voor een privaatrechtelijke keuring, waarmee je oneigenlijk concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegengaat.” 

“De WTTA is een grote stap vooruit als het gaat om het intensiveren van handhaving en de instrumenten die je krijgt om misstanden te bestrijden”, betoogt Tom. “Wat het stelsel voor heeft op de bestaande situatie is dat inleners bij elke controle van de Arbeidsinspectie of de Belastingdienst een toets kan krijgen of zij met toegelaten partijen zaken doen. Daarmee creëer je een gelijk speelveld voor uitlener en inlener.”

“Bovendien worden van de bedrijven die zich bij ons aanmelden, ook de bedrijven getoetst waarmee zij samenwerken. We beoordelen de hele keten. Ook dat is al een flinke plus ten opzichte van het bestaande keurmerk.”

De helft die zich niet aanmeldt, is aan handhaving om zich daarop te storten. “Daarom is het voor het slagen van dit stelsel zo belangrijk dat de handhavingscapaciteit en effectiviteit ook op orde is.”

Waarom is er nog geen plan B?

Maar de kans bestaat altijd dat een wetsvoorstel sneuvelt, benadrukt Tom. Het moet immers door zowel de Tweede als de Eerste Kamer worden geloodst. “Wat ontbreekt is een plan B. Terwijl iedereen het erover eens is dat er wel iets moet komen.”

Het volledige interview is hier te lezen.