WAB: Werkgevers mogen tot 2023 een vast contract tijdelijk uitbreiden en de lage WW-premie blijven betalen
Werkgevers mogen tot 2023 een vast contract tijdelijk uitbreiden en de lage WW-premie blijven betalen. Het vaste contract mag worden aangepast zonder dat dit een tweede contract of oproepcontract wordt. Bijvoorbeeld een medewerker heeft een arbeidsovereenkomst voor 24 uur en deze wordt tijdelijk uitgebreid naar 32 uur. Dit betekent een uitbreiding van het aantal uren van meer dan 30%.
In de Wab is de hoogte van de WW-premie afhankelijk van de aard van de arbeidsovereenkomst. Is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd dan is de lage WW-premie van toepassing. En bij de overige flexibele overeenkomsten geldt het hoge WW-percentage. Worden de arbeidsuren van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met meer dan 30% uitgebreid dan wordt dit gezien als een tijdelijke overeenkomst naast de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. En is de hoge WW-premie van toepassing en zou de lage WW-premie herzien moeten worden.
Staatssecretaris Wiersma heeft de Tweede Kamer het onderzoek ‘Mogelijkheden om flexibiliteit te realiseren binnen de lage WW-premie’ aangeboden. Bij de behandeling van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) is toegezegd onderzoek te laten verrichten naar eventuele mogelijkheden om de hoge WW-premie te omzeilen.
Lage WW-premie
Tot 1 januari 2023 mogen werkgevers een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd uitbreiden, zonder dat dit een tweede arbeidsovereenkomst of oproepovereenkomst wordt en hierdoor de lage WW-premie blijven betalen.
Heeft u als werkgever de hoge WW-premie toegepast omdat u een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tijdelijk heeft uitgebreid of een tweede arbeidsovereenkomst gesloten, dan mag dit met terugwerkende kracht gecorrigeerd worden.
Vier herzieningssituaties
In de wet zijn vier herzieningssituaties opgenomen. Indien een van deze situaties zich voordoet, moet de werkgever met terugwerkende kracht voor het betreffende jaar alsnog de hoge WW-premie betalen. Dit doet de werkgever door de lage WW-premie te herzien.
Het gaat om de volgende vier situaties:
- de schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt uiterlijk twee maanden na aanvang beëindigd;
- de werknemer krijgt over een kalenderjaar meer dan 30 procent extra uren verloond dan contractueel voor dat jaar zijn overeengekomen;
- de werknemer krijgt binnen een jaar na aanvang van de dienstbetrekking een WW-uitkering door arbeidsurenverlies bij de werkgever;
- de werknemer krijgt opnieuw een WW-uitkering, maximaal één jaar nadat situatie 3 is opgetreden.
Alleen herzieningssituatie 1 is van toepassing. Herzieningssituatie 2 is voor 2020 en 2021 opgeschort en momenteel niet van toepassing. Deze herzieningssituatie kan namelijk door het coronavirus onbedoelde effecten hebben op diverse sectoren waar extra veel overwerk nodig is.
De bepalingen inzake herzieningssituaties 3 en 4 zijn nog niet in werking getreden, omdat deze herzieningssituaties onvermijdelijk tot fouten in de uitvoering zouden leiden en tot een stapeling van complexiteit zouden leiden bij uitvoeringsorganisaties, werkgevers en softwareontwikkelaars.
Extra voorwaarde(n): hoge WW-premie
Staatssecretaris Wiersma verkent de mogelijkheid om bij AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) extra voorwaarde(n) toe te voegen om te regelen dat arbeidsovereenkomsten die tijdelijk worden uitgebreid en arbeidsovereenkomsten met meerdere wisselende arbeidsomvang, in alle gevallen onder de hoge WW-premie te laten vallen. Hiermee wordt de regelgeving in overeenstemming gebracht met de bedoeling van de Wab.
Definitie oproepovereenkomst
Een tijdelijke urenuitbreiding valt onder de definitie van een oproepovereenkomst. De regelgeving op dit punt blijkt echter voor meerdere interpretaties vatbaar. Sociale partners hebben aangegeven de interpretatie dat een tijdelijke urenuitbreiding onder de definitie van een oproepovereenkomst valt te streng te vinden, omdat deze arbeidsovereenkomsten, die een vaste arbeidsomvang bevatten die tijdelijk wordt uitgebreid, in de praktijk niet als oproepovereenkomsten worden gezien.
Daarbij is relevant dat als een dergelijke overeenkomst wel als oproepovereenkomst moet worden gezien de oproepmaatregelen van toepassing worden. De staatssecretaris verkent de mogelijkheid om tegemoet te komen aan de bezwaren van sociale partners door tijdelijke urenuitbreidingen niet onder het bereik van de oproepovereenkomst te brengen. Uiteraard geldt hiervoor wel de hoge WW-premie.
Nulurencontracten en min-maxcontracten (dat zijn arbeidsovereenkomsten die niet één arbeidsomvang per tijdsperiode hebben, maar géén of meerdere arbeidsomvangen per tijdseenheid) of arbeidsovereenkomsten waarbij de loondoorbetalingsplicht is uitgesloten blijven natuurlijk wel gewoon onder het bereik van de oproepovereenkomst vallen.
Definitie verduidelijken
Daarnaast zal de staatssecretaris de definitie van de oproepovereenkomst bij AMvB verduidelijken. Hierbij wordt vastgelegd dat een arbeidsovereenkomst waarin de arbeidsomvang niet schriftelijk is overeengekomen een oproepovereenkomst betreft.
Door deze wijziging wordt duidelijk dat werkgevers niet eenzijdig de arbeidsomvang kunnen wijzigen zonder instemming van de werknemer, bijvoorbeeld door middel van een wisselend rooster.
Lage WW-premie tot nieuwe regelgeving
De staatssecretaris is de verduidelijkingen aan het uitwerken samen met het UWV en de Belastingdienst. Het streven is om de gewijzigde regelgeving met ingang van 1 januari 2023 in werking te laten treden.
Wat betekent dit concreet voor u als werkgever?
Dit houdt in dat u als werkgever tot inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving, die voorzien is voor 1 januari 2023 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (met instemming van de medewerker) tijdelijk kunt uitbreiden, zonder dat dit een tweede arbeidsovereenkomst of oproepovereenkomst wordt.
Hiermee mag u als werkgever voor alle uren van deze arbeidsovereenkomst de lage WW-premie afdragen.
Heeft u vanaf 2020 enige tijd de hoge WW-premie toegepast omdat u een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tijdelijk heeft uitgebreid, dan kunt u dit met terugwerkende kracht corrigeren.
Bron: Rijksoverheid.nl, Salarisvanmorgen.nl
Bent u benieuwd waarover wij nog meer schrijven? Bekijk dan hier onze nieuwsartikelen. Wilt u graag onze maandelijkse nieuwsbrief ontvangen, stuur dan een mail naar contact@cicero.nl.
Relevante artikelen
Nieuw directieteam maakt Bureau Cicero klaar voor de komst van de Wtta
Het toelatingsstelsel heeft niet alleen grote gevolgen op de uitzendbranche. Ook Bureau Cicero moet als inspectie-instelling de capaciteit flink opschalen. Om die enorme groei
SNA-certificering voor backoffice-partijen
Hoe verloopt een inspectie van een backoffice-partij? En hoe kijken certificerende partijen naar de komende verplichte certificering van de gehele branche? Patrick Tom van
Onbelaste reiskostenvergoeding naar € 0,23 per km in 2024
De onbelaste reiskostenvergoeding gaat van € 0,21 per kilometer in 2023 naar € 0,23 per kilometer met ingang van 1 januari 2024. Dat staat
Plaats een bericht