ET Special | 30%-regeling en de vergoeding voor extraterritoriale kosten
Door: Ruud Mooi
Wanneer werknemers voor de uitoefening van hun dienstbetrekking voor een bepaalde tijd naar het buitenland worden gestuurd dan brengt dat kosten met zich mee. Deze kosten worden extraterritoriale kosten genoemd. Voorbeelden van extraterritoriale kosten zijn:
- de extra kosten voor levensonderhoud door een hoger prijspeil in het werkland dan in het land van herkomst, zoals extra uitgaven voor maaltijden, gas, water en licht (cost of living allowance);
- de kosten voor een kennismakingsreis naar het werkland. Eventueel met het gezin, om bijvoorbeeld te zoeken naar een woning of een school;
- de kosten voor het aanvragen of omzetten van officiële persoonlijke papieren, zoals verblijfsvergunningen, visa en rijbewijzen;
- de kosten voor medische keuringen en vaccinaties voor het verblijf in het werkland;
- de dubbele huisvestingskosten, omdat de werknemer in het land van herkomst blijft wonen, bijvoorbeeld hotelkosten;
- de (eerste) huisvestingskosten. Hierbij is tot 18% van het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking sprake van loon. Het meerdere behoort tot de extraterritoriale kosten. In het algemeen kan de werkgever de huisvestingskosten voor meubilair niet vrij vergoeden of verstrekken;
- de opslagkosten voor het deel van de boedel dat niet wordt verhuisd naar het werkland;
- de reiskosten naar het land van herkomst, bijvoorbeeld voor familiebezoek of gezinshereniging;
- de extra kosten voor het laten invullen van de aangifte inkomstenbelasting. Als dat duurder is dan het laten invullen van de aangifte door een vergelijkbare belastingadviseur in het land van herkomst;
- de cursuskosten om de taal van het werkland te leren voor de werknemer en voor de gezinsleden die bij hem verblijven;
- de extra (niet-zakelijke) gesprekskosten voor telefoneren met het land van herkomst.
Deze lijst is niet uitputtend bedoeld. Wanneer er andere kosten met het werken en wonen in meerdere landen zijn gemoeid dan kunnen die ook worden opgevoerd. Om gebruik te kunnen maken voor de gerichte vrijstelling voor extraterritoriale kosten moeten de normale bewijsregels in acht worden genomen. Men moet kunnen bewijzen dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Zeker ook wanneer de kosten in de vorm van een (vaste) kostenvergoeding zijn gegoten.
De extraterritoriale kosten en 30% regeling
Voor werknemers met een specifieke deskundigheid die schaars voorkomen op de Nederlandse arbeidsmarkt is een bijzonder forfait ingevoerd: de extraterritoriale kosten worden geacht 30% van het loon te bedragen. Werknemers mogen 30% van het loon uitruilen en genieten als een onbelaste gerichte e.t.-kostenvergoeding. Het is uiteraard niet verplicht om de regeling toe te passen. Omdat de aanvullende eis ‘schaars op de Nederlandse arbeidsmarkt’ geldt, is er een beschikking van de Belastingdienst nodig die men mag de 30%-regeling toepassen. Omdat de kosten forfaitair zijn vastgesteld hoeft men geen bewijs te leveren dat de kosten daadwerkelijk gemaakt zijn.
Wanneer de werkelijke kosten hoger zijn dan het forfait dan kan de werknemer ervoor kiezen om de normale bewijsregels in acht te nemen en alle kosten met bonnetjes aan te tonen. Dit betreft dan wel álle kosten, niet alleen de kosten die boven de 30% uitgaan. Het forfait mag men maximaal 8 jaar toepassen. Wanneer een werknemer in een andere baan gaat werken kan dat met behoud van de regeling. Wanneer het na einde dienstverband langer dan drie maanden duurt om nieuw werk te vinden dan is er blijkbaar geen sprake meer van een specifieke deskundigheid die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt en wordt de beschikking ingetrokken.
Werknemers die niet in aanmerking komen voor een beschikking omdat hun specifieke deskundigheid niet als schaars wordt gewaardeerd. Moeten de normale bewijsregels in acht nemen en alle kosten kunnen aantonen waarvoor zij een belastingvrije vergoeding willen ontvangen.
Relevante artikelen
Betalingsregeling inzake belastingschuld uitstelregeling
Vanaf 1 oktober 2022 start de betalingsregeling van de Belastingdienst inzake de belastingschuld in verband bijzonder uitstel in verband met het coronavirus. Lees hier
Reiskostenvergoeding CAO Pluimvee verwerkende industrie
Sinds 1 juli 2022 staat het Georganiseerd overleg (G.O.) in de Pluimvee verwerkende industrie werkgevers toe om af te wijken van de standaard cao.
Renseigneringsverplichting btw-vrijstelling
De Belastingdienst heeft het toepassingsbereik van de nieuwe renseigneringsverplichting verduidelijkt. Het was onduidelijk of administrieplichtigen ook gegevens van ondernemers die vrijgesteld zijn van de
Plaats een bericht