ZZP Special: Zaken doen met zelfstandigen

Zaken doen met zelfstandigen – Een special rondom de ZZP’er
Veel ondernemingen maken gebruik van zelfstandige ondernemers zonder personeel (ZZP), ook vaak aangeduid als freelancers. Daar is uiteraard niets mis mee. In de praktijk kan wel twijfel ontstaan of men wel te maken heeft met een echte zelfstandige. En daar ligt ook het belangrijkste issue: heeft u als opdrachtgever te maken met een zelfstandige aan wie u een werk uitbesteed? Of is dat onzeker en loopt u risico’s op de aanwezigheid van een (verkapt) dienstverband met als gevolg de verplichting om loonheffing in te houden en loonheffingen af te dragen?
Dit artikel is een eerste van vier blogs over het zakendoen met zelfstandigen. In deze bijdrage schetsen wij eerst het wettelijke kader, waarbij wij de fictieve dienstbetrekkingen behandelen en de uitzondering hierbij voor (echte) zelfstandige ondernemers. In dit artikel vertellen we u hoe de beoordeling en bevestiging van dit ondernemerschap plaatsvindt waarbij de verklaring arbeidsrelatie en de thans (nog) toepasselijke Wet DBA aan de orde komen.
ZZP special:
- Deel 1: Zaken doen met zelfstandigen
- Deel 2: Bemiddelen of tussenkomst
- Deel 3: Zakendoen met buitenlandse ZZP’ers
- Deel 4: De opvolger van de Wet DBA
Loonheffingen of niet?
Als een arbeidsverhouding een dienstbetrekking is maakt dit de werkgever inhoudingsplichtig voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen. Ook is de werkgever hiervoor afdrachtplichtig, en afdrachtplichtig voor de premies werknemersverzekeringen. In de eerste plaats is er de ‘echte’ dienstbetrekking overeenkomstig Burgerlijk wetboek. De kenmerken hiervan zijn de aanwezigheid van het betalen van loon, het persoonlijk verrichten van arbeid en de gezagsverhouding. In de tweede plaats zijn er de zogeheten ‘fictieve dienstbetrekkingen’ waarbij voor bepaalde arbeidsverhoudingen inhoudingsplicht voor loonheffing en afdrachtplicht voor premies werknemersverzekeringen aanwezig wordt geacht hoewel een of meerdere kenmerken van de echte dienstbetrekking ontbreken. De ratio is tweeledig. Enerzijds is de loonheffing een voorheffing voor de inkomstenbelasting en is de fictieve dienstbetrekking een eenvoudige wijze van belastingheffing. Anderzijds betreft het arbeidsverhoudingen die naar maatschappelijke opvattingen lijken op de echte dienstbetrekking. Dit beschermt de betreffende personen tegen de risico’s van arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.
Vaststellen zelfstandig ondernemerschap
Met voormelde ratio in gedachten is te begrijpen dat voor veel van de benoemde fictieve dienstbetrekkingen een uitzondering gemaakt wordt voor degenen die hun werkzaamheden verrichten in de zelfstandige uitoefening van een bedrijf of beroep. Het is daarom voor u als opdrachtgever belangrijk om te weten of u te maken heeft met een zelfstandige ondernemer. Dit bepaalt immers het risico dat door de belastingdienst gesteld wordt dat er inhoudings- en afdrachtplicht bestaat voor loonheffing en premies werknemersverzekeringen. De status van zelfstandig ondernemer houdt in dat er geen echte of fictieve dienstbetrekking is, en zijn er ook geen loonheffingen verschuldigd.
Hoe is een zelfstandig ondernemer te herkennen? Er zijn meerdere kenmerken van zelfstandig ondernemerschap die we in hun onderlinge samenhang moeten beoordelen. Allereerst zijn er uiteraard de formele uitingen. Denk aan de inschrijving bij de KvK, facturenverstrekking en de aanwezigheid van een website en dergelijke. Daarnaast, en belangrijker, zijn er kenmerken zoals de aanwezigheid van meerdere opdrachtgevers en klanten, de besteede tijd aan de onderneming, het lopen van debiteurenrisico en bedrijfsrisico.
Van Verklaring arbeidsrelatie tot Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties
Tot 2016 kenden we de Verklaring arbeidsrelatie (VAR). Onder dezee VAR merkte de belastingdienst de betreffende persoon aan als zelfstandig ondernemer . De consequentie voor de opdrachtgever was dat er zekerheid was dat er geen inhoudingsplicht werd gesteld voor de loonheffing en afdracht van premies werknemersverzekeringen. Vanaf 2016 is het systeem van de Verklaring arbeidsrelatie vervangen door een nieuw systeem. Dit is de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (Wet DBA).
Met dit nieuwe systeem krijgt de opdrachtgever de medeverantwoordelijkheid voor het beoordelen van de arbeidsrelatie. Het komt er op neer dat opdrachtgever en opdrachtnemer een door de belastingdienst beoordeelde overeenkomst moeten gebruiken. Hierbij moet de opdrachtgever waarborgen dat de feitelijke werkzaamheden en beoordeelde overeenkomst met elkaar in één lijn liggen. De opdrachtgever hoeft dan geen inhouding van loonheffing en de afdracht van loonheffingen te doen op de beloning van de opdrachtnemer. In tegenstelling tot de VAR geeft het gebruik van de beoordeelde overeenkomst geen uitsluitsel over de fiscale status als zelfstandig ondernemer voor de inkomstenbelasting.
Het is dus mogelijk dat inhouding en afdracht van loonheffingen achterwege kunnen blijven bij gebruik van een beoordeelde overeenkomst en de inkomsten van de opdrachtnemer bij de inkomstenbelasting niet worden aangemerkt als winst uit onderneming. Sterker nog, als de belastingdienst van oordeel is op grond van de feitelijke omstandigheden dat de werkzaamheden niet verricht worden in lijn met de beoordeelde (model)overeenkomst, kan de belastingdienst alsnog stellen dat sprake is van een echte of een fictieve dienstbetrekking.
Handhaving toezicht DBA sectorgewijs opgevoerd
De implementatie van dit systeem van de Wet DBA is echter niet eenduidig. De duidelijkheid van de VAR is weg. Het nieuwe systeem biedt niet voldoende zekerheid met betrekking tot de (afwezigheid van) inhouding en afdracht van loonheffingen. Tot en met 2020 is daarom nog niet handhavend opgetreden bij geconstateerde overtredingen van de Wet DBA. De uitzondering is als er geval was van kwaadwillendheid (zoals een opzettelijke situatie van evidente schijnzelfstandigheid).
Met ingang van dit jaar treedt de belastingdienst harder op tegen schijnzelfstandigheid. Naast gevallen van kwaadwillendheid beboeten ze bij het te laat of onvoldoende opvolgen van aanwijzingen van de belastingdienst. De belastingdienst is in dat kader gestart met een sectorgerichte benadering bij het houden van toezicht op de Wet DBA. In eerste instantie kijkt men naar een deel van de zorg (ziekenhuizen en klinieken) en de bouw (grote bouwprojecten). De bemiddelingsbureau’s in deze sectoren zijn hier ook onderdeel van. De belastingdienst controleert of sprake is van een dienstbetrekking, en geeft voorlichting en aanwijzingen.
De sectorgewijze aanpak van toezicht breidt na de sectoren zorg en bouw uit. De volgende sectoren zijn onderwijs, ICT, horeca en detailhandel. Over de eerste ervaringen met dit sectorbrede toezicht is helaas niet veel bekend. Ik vermoed dat de Coronacrisis hier een belangrijke rol in speelt. We zullen dit moeten afwachten.
Het systeem van de Wet DBA zal vervangen worden. Op zijn vroegst zal dit plaatsvinden per 2021. Dan zal een ander systeem in werking treden. Deze bestaat uit een fictie van werknemerschap aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Tevens komt er een webmodule voor de beoordeling van de zelfstandigheid. Tenslotte ook een opting-out aan de bovenkant van de arbeidsmarkt. In een van de volgende blogs geven we hier meer aandacht aan.
Volgende blogs over de ZZP’er
U heeft nu kunnen lezen over het belang om zekerheid te hebben over de vraag of u te maken heeft met een zelfstandige ondernemer (en niet met een verkapt dienstverband). Ook is geschetst hoe het wettelijk kader is georganiseerd en welke maatregelen u kunt nemen om zekerheid te krijgen.
In de volgende bijdrage zal worden ingegaan op de wijzen waarop zelfstandigen worden ingezet via tussenkomst- en bemiddelingsbureaus. Daarnaast gaat het er over waar u in dat kader op moet letten.
Bent u benieuwd waarover wij nog meer schrijven? Bekijk dan hier onze nieuwsartikelen. Wilt u graag onze maandelijkse nieuwsbrief ontvangen, stuur dan een mail naar contact@cicero.nl.
Plaats een bericht