Inhoudingsverbod WAS per 01-01-2017 zorgt voor nieuw beleid
Het per 01-01-2017 van kracht zijnde inhoudingsverbod conform de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) zorgt voor nieuw beleid bij alle ondernemers als het gaat om het verwerken van diverse soorten inhoudingen op het loon. Zoals bekend mag men inhoudingen op het loon alleen doorvoeren als deze voorafgaand schriftelijk met de medewerker zijn vastgelegd. Dit geldt voor bruto en netto inhoudingen. Per 01-01-2017 zijn inhoudingen alleen nog toegestaan op het loon dat boven het (netto equivalent van het) Wettelijk Minimum Loon (WML).
Alleen inhoudingen voor huisvesting en/of Zorgverzerkeringspremie onder het WML zijn nog toegestaan, conform WAS geldt 01-01-2017 het inhoudingsverbod op loonbetalingen onder het (netto equivalent) van het WML. Buiten de wettelijke inhoudingen (loonheffingen, pensioen ed.) mag men geen inhoudingen meer doen op het netto equivalent van het minimumloon. Dit kan dus per medewerker en per sector verschillen. Uitzonderingen zijn de huisvestingskosten en zorgverzekeringspremie. Hiervoor mag men inhouden wanneer aan de voorwaarden is voldaan.
Verrekeningen voor bijvoorbeeld een reeds betaald netto loonvoorschot (indien per bank) zijn wel toegestaan. Ook wettelijk aan de werkgever opgelegde loonbeslagen zijn toegestaan. Niet toegestaan zijn inhoudingen voor bijvoorbeeld: boetes, eigen risico, aangeboden eigen vervoer, studiekosten, gereedschappen etc. Deze mogen wel worden ingehouden van al het loon dat niet tot het WML behoort (overuren, toeslagen, vakantiegeld, loon boven WML et cetera).
Vooruitkijken
Om te voorkomen dat men als werkgever verrast wordt door inhoudingen die niet meer toegestaan zijn, is het belangrijk vooruit te kijken. Welke soorten inhoudingen komen voor? Is hiertoe een overeenkomst of bepaling in de arbeidsovereenkomst/bruikleenovereenkomst opgenomen en juist geformuleerd? Hoe kan het netto equivalent PER loonperiode bepaald worden? Wat gebeurt er met inhoudingen die niet verrekenbaar zijn in een loonperiode? Staan er niet verrekenbare inhoudingen open bij einde dienstverband? Worden deze in de loonbelasting aangegeven? Al deze kwesties vragen om nieuw beleid.
Voorwaarden voor inhouding huisvesting
- Het in te houden bedrag mag niet meer zijn dan 25% van het geldende WML (betreft kosten huisvesting, nutsvoorzieningen en servicekosten). Bij parttime werk is het maximumpercentage van 25% berekend over het parttime WML.
- De inhouding moet gespecificeerd op de loonstrook staan.
- Er mag niet meer worden ingehouden dan blijkt uit de getekende huurovereenkomst, deze overeenkomst dient ook in het dossier van de medewerker aanwezig te zijn.
- De inhouding is schriftelijk overeengekomen (er is een machtiging tot inhouding).
- De verhuurder moet gecertificeerd zijn door SNF (Stichting Normering Flexwonen) of een toegelaten instelling zijn vanuit de woningwet (woningcorporatie).
Voorwaarden voor inhouding zorgverzekering
- De inhouding moet gespecificeerd op de loonstrook staan.
- Er mag niet meer worden ingehouden dan het in de polis genoemde bedrag.
- De polis met daarop het premiebedrag van de medewerker en de inhoudingsmachtiging dienen aanwezig te zijn.
- De inhouding is schriftelijk overeengekomen (er is een machtiging tot inhouding).
- De inhouding mag niet hoger zijn dan de maandelijkse gemiddelde nominale premie (deze wordt jaarlijks uiterlijk 1 november vastgesteld door het ministerie van VWS).
- Het mag alleen gaan om een ziektekostenverzekering (waarvan de aanbieder voldoet aan de wettelijke vereisten die gelden voor verzekeraars) en een aanvullende polis voor de verzekering van het eigen risico.
- Er mag geen premie worden ingehouden voor aanvullende verzekering (bijvoorbeeld tandarts).
Wat is het netto-equivalent van het WML?
Het begrip ‘netto-equivalent van het WML’ kent geen wettelijke basis. Daarom wijst de ABU op de wettelijk verplichting uit artikel 7a lid 1 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag:“In afwijking van artikel 620 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek geschiedt de voldoening van het verschuldigde minimumloon door girale betaling overeenkomstig artikel 114 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.”
Bron: Staatscourant.nl en ABU.nl
Bekijk hier alle nieuwsartikelen van Bureau Cicero.
Relevante artikelen
Recap even Duurzaam inlenen
Op maandag 11 april 2022 vond een verdiepingssessie plaats voor de inleners van flex. Het evenement is door Bureau Cicero in samenwerking met ABN
2021, alleen nog maar ZZP’ers in de Tweede Kamer?
Dit jaar was voor ondernemend Nederland een jaar vol uitdagingen. Zo bent u geconfronteerd met de gevolgen van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB)
Ondervervoer en ZZP, wat is het verschil?
Bureau Cicero doet veel inspecties voor Paychecked in Transport. Bij een Paychecked inspectie wordt gecontroleerd of wet- en regelgeving en een deel van de
Plaats een bericht